Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Alzo ook gijlieden, indien gij niet [25]door de taal een [26]duidelijke rede geeft, hoe zal [27]verstaan worden hetgeen gesproken wordt? Want gij zult zijn [als] die [28]in de lucht spreekt. 25. Of, door de tong. 26. Dat is, woorden spreekt, die men verstaan kan, wat gij daarmede wilt zeggen. 27. Namelijk van de toehoorders, die de talen niet verstaan. 28. Dat is, enig geluid maakt en uitwerpt in de lucht, dat daar verdwijnt zonder enig nut. Zie hfdst.9 vs.26.